
Agressie en intimidatie accepteren we niet. Daarom heeft het Netwerk Weerbaar Bestuur een collectieve norm voor decentrale politieke ambtsdragers tegen externe agressie en intimidatie ontwikkeld.
Steeds meer gevallen van intimidatie en bedreiging tegen politieke ambtsdragers tonen aan dat het maatschappelijke debat verder verhardt. Hoewel intimidatie en bedreiging toenemen, neemt het aantal meldingen af. Om deze trend te doorbreken hebben de ministeries van BZK en JenV en het Nederlands Genootschap van Burgemeesters in nauwe samenwerking met de partners van het Netwerk Weerbaar Bestuur, een norm voor decentrale politieke ambtsdragers ontwikkeld. Centraal staat: intimidatie en bedreiging zijn niet normaal en horen niet bij het politieke ambt, melden helpt en de politieke ambtsdrager staat er niet alleen voor.
De norm is verder uitgewerkt tot A5, speciaal voor Statenleden (pdf), raadsleden (pdf) en bestuurders. Ook is de norm gebruikt als basis voor het Stappenplan melding en aangifte voor politieke ambtsdragers. Dit is een praktische handleiding voor griffiers, secretarissen, voorzitters en anderen die de meldingen van intimidatie en bedreiging van decentrale politieke ambtsdragers oppakken.
De norm
Bij ons, politieke ambtsdragers, staat de bereidheid om agressie en intimidatie te melden onder druk. Terwijl agressie en intimidatie bij een van de drie voorkomt en het ons werk, functioneren en persoonlijke leven bemoeilijkt. De werking van onze democratie lijdt hieronder. Daarom trekken we samen een grens: agressie en intimidatie houd je nooit stil. Want onze norm is: melden helpt. Samen vullen we de collectieve norm per doelgroep én lokaal in. Wij spreken duidelijk af bij wie en hoe agressie en intimidatie intern gemeld moeten worden.
Altijd melden
Wij melden alle gevallen van externe agressie en intimidatie. Ook bij twijfelgevallen melden wij. Ook agressie tegen familie en gezinsleden wordt altijd gemeld. Ook wanneer we zelf geen of weinig hinder ondervinden van het gedrag melden wij om onze collega’s, het ambt en onze democratie te beschermen. Deze norm is een signaal naar buiten en dient ook als zodanig uitgedragen te worden: wij accepteren agressie en intimidatie nooit!
Melden helpt
Als wij agressie en intimidatie melden laten we aan elkaar zien dat wij dit gedrag afkeuren, tegen wie en waar het ook gebeurt. Door te melden:
- staan we om een collega heen die wordt bedreigd;
- stimuleren we anderen om ook te melden en beschermen we onze collega’s en de democratie tegen agressie en intimidatie;
- ontvangen wij, onze families en onze collega’s betere hulp, steun en bescherming;
- krijgen we een beter beeld van hoe vaak en waar agressie en intimidatie plaatsvinden en krijgen we beter zicht op een passende aanpak;
- blijven we in gesprek over acceptabel en onacceptabel gedrag;
- kunnen we effectiever op daders reageren.
Wanneer melden wij?
We melden alle vormen van grensoverschrijdend gedrag die van invloed zijn op ons welbevinden of op de uitoefening van ons werk. Zowel online- als offline-agressie en intimidatie worden gemeld. Elke vorm van grensoverschrijdend gedrag, agressie en intimidatie is ongewenst en ontoelaatbaar gedrag.
Waar melden?
Wij melden agressie en intimidatie intern. Lokaal wordt bepaald hoe de interne meldingsprocedure eruitziet en ingericht wordt. Dat doen wij als burgemeester en wethouder bijvoorbeeld bij de gemeentesecretaris, als gemeenteraadslid bij de burgemeester of griffier, als Statenlid bij de commissaris van de Koning en als bestuurslid van het waterschap bij de dijkgraaf. Wij maken gebruik van bestaande kennis bij de coördinator agressie en geweld of de adviseur Openbare Orde en Veiligheid over wanneer en hoe we extern melding maken of aangifte doen bij de politie.
Hoe melden wij?
Wij geven in de melding aan wat er is gebeurd, of en hoe er is gereageerd en hoe het contact verliep. Direct na de melding worden wij geholpen door degene bij wie we melden in de duiding van het gedrag en welke vervolgstappen wij en anderen kunnen zetten. Wij geven zelf aan welke vervolgstappen we na de melding willen, voor onszelf en naar de dader. Wij krijgen een terugkoppeling van de ondernomen acties, en onze vragen en die van onze families worden besproken.
Reageren naar de dader
Als wij dat willen volgt er een reactie op de agressie en intimidatie naar de dader. Dat kan door onszelf zijn, maar ook door degene bij wie we melden of aangifte doen. Door snel te reageren laten we zien hoe urgent het voor ons is. We versterken hiermee ook de maatschappelijke norm dat agressie en intimidatie onacceptabel zijn. De mogelijke vervolgacties sluiten aan op de uitgangspunten van Veilige Publieke Taak:
- reageer binnen 48 uur naar de dader die agressie en geweld heeft gebruikt;
- doe aangifte van strafbare feiten;
- verhaal eventuele schade op de dader.
Verinnerlijken norm
Om te komen tot verinnerlijking zorgen wij voor lokale borging van deze norm. Hiervoor is structurele aandacht en inzet vereist. Dit begint met het samen in gesprek gaan over de norm en dit periodiek te blijven doen. Waarom is er wel of niet gemeld in een specifieke casus? Hoe is er uitvoering gegeven aan actie naar de dader? Hoe was de begeleiding, opvang en bescherming na de melding?
Bij de aanvang van ons werk moet er aandacht zijn voor het herkennen van agressie en intimidatie en het intern melden hiervan. Daarna blijft structurele aandacht voor agressie en intimidatie tegen ons noodzakelijk. Wij kunnen advies inwinnen bij het Netwerk Weerbaar Bestuur en bij de lokale VPT-coördinatoren van de politie.
Wij blijven in gesprek over onze norm, want agressie en intimidatie houden wij nooit stil!
De norm is als bijlage toegevoegd aan het nieuwste boek van Caroline Koetsenruijter. In het Agressieparadijs wordt de collectieve norm als één van de good practices genoemd voor het tegengaan van intimidatie en bedreiging.