'Grenzen stellen helpt te focussen op wat echt belangrijk is'

Het Ondersteuningsteam Weerbaar Bestuur on Tour is zo langzamerhand een begrip. Ruim de helft van de Nederlandse gemeenten heeft al bezoek gehad van Titus Visser, één van de drijvende krachten achter de Tour die inmiddels ook alle provincies heeft aangedaan. Na zo’n 200 voorgesprekken en 100 weerbaarheidssessies maken we samen met Titus een tussenbalans op.

Kun je ons meenemen in een stukje historie, waar komt de Tour vandaan?

“In het kort: een aantal jaar geleden bedachten de beroepsverenigingen voor politieke ambtsdragers (het Nederlands Genootschap van Burgemeesters, de Wethoudersvereniging, de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden, StatenlidNu en de Vereniging van Griffiers, red.) samen met het ministerie van BZK dat het goed zou zijn om met een Ondersteuningsteam aandacht te geven aan het thema weerbaar bestuur. Er kwam toen in eerste instantie een vertrouwenslijn voor ambtsdragers (voor vragen en om met iemand te kunnen praten over incidenten) en in 2022 is het Ondersteuningsteam Weerbaar Bestuur met de Tour gestart. Die Tour gaat letterlijk langs alle gemeenten in Nederland, die daarvoor actief worden benaderd. Doel van de Tour is om gemeenten tools aan te reiken waarmee ze hun weerbaarheid kunnen versterken. Daarbij verwijzen we ook naar de website van het Netwerk Weerbaar Bestuur (deze website, red.).”

Wat is jouw rol precies?

“Ik ga bij gemeenten langs om het voorgesprek te doen. Dat eerste gesprek heb ik meestal samen met de burgemeester en de griffier, soms zit daar ook de gemeentesecretaris of een AOV’er  (Ambtenaar openbare orde en Veiligheid, red.) bij. We bespreken dan wat er bij die betreffende gemeente speelt en waar er specifiek behoefte aan is. Die input wordt gebruikt in de weerbaarheidssessie die volgt. Die sessie wordt begeleid door een pool van mensen die daar expertise op hebben. Ik mag zelf ook vaak een bijdrage leveren.”

Hoeveel gemeenten zijn al in aanraking geweest met de Tour?

“Best veel! Inmiddels zijn er al bij 200+ gemeenten voorgesprekken geweest (van de in totaal 342, red.) en hebben er bij 100+ gemeenten weerbaarheidssessies plaatsgevonden waaraan de voltallige gemeenteraad en het college deelnemen. Tijdens het voorgesprek blijkt men vrijwel altijd geïnteresseerd in een dergelijk vervolg. Ik heb wat dat betreft nog geen gemeente meegemaakt die het niet zinvol vindt om met het thema weerbaarheid bezig te zijn. In vrijwel alle gevallen krijg ik na een weerbaarheidssessie zelfs reacties van raadsleden die het een ontzettend waardevolle avond hebben gevonden. Ook bij gemeenten die vooraf aangaven dat er bij hun niet zoveel aan de hand is.”

Hoe ziet zo’n weerbaarheidssessie er precies uit?

“Tijdens de sessie willen we in eerste instantie een onderling gesprek op gang brengen: wie heeft er wel eens wat meegemaakt en wat deed het met je? Soms blijft het dan in eerste instantie stil, waarna iemand schoorvoetend toch begint over iets vervelends dat hij of zij heeft meegemaakt. Meestal komen er dan ook andere verhalen los en blijkt dat het de eerste keer is dat hier met elkaar over wordt gesproken. De burgemeester en griffier nemen in sommige gevallen ook voor het eerst kennis van de incidenten die worden genoemd. Dat is voor een gemeente dus meteen een eye opener: maak het bespreekbaar.”

En hoe gaat de sessie verder?

“We gaan nader in op verschillende vormen van agressie en verkennen in het blok daarna met de groep wat ‘we’ wel en niet normaal vinden. Dat doen we aan de hand van een spel met twaalf kaarten waarbij iedere kaart staat voor een fictief voorval. Bijvoorbeeld: iemand komt bij je aan de deur omdat hij het niet eens in met een beslissing van de gemeente en daarover verhaal wil halen. Verschillende groepjes gaan vervolgens aan de slag om de kaarten in volgorde van acceptabel gedrag neer te leggen, waarbij het eerste voorval prima acceptabel is en het twaalfde totaal onacceptabel. De clou is dat iedere deelnemer zaken anders weegt en dat de volgorde daardoor per groepje verschilt. Dat is meteen het begin van een gesprek over wat ‘we’ wel en niet normaal vinden.”

Gaat het daarbij ook over iets van een handelingsperspectief?

“Jazeker. We bespreken bijvoorbeeld wat je kunt doen om voorbereid te zijn. Denk bijvoorbeeld aan een agressieprotocol, hoe te dealen met sociale media en de omgang met je achterban. Ook gaan we in op de mogelijkheden die je hebt op het moment dat je met agressie te maken krijgt. Opties zijn dan onder meer een stopgesprek met de burgemeester en in het uiterste geval aangifte. Dat geven we ook mee: geef hoe dan ook tegengas. Het maar zo laten is geen optie! Iemand die over de schreef gaat en daar geen consequenties van ondervindt, zal dan denken dat hij ermee wegkomt en dat het kennelijk acceptabel is wat hij doet. Wat is dan de volgende stap? Als je erover nadenkt, is het raar dat we zoveel zijn gaan accepteren.”

Tegengas geven dus. Zijn er andere lessen die jullie meegeven?

“Laat in ieder geval het idee los ‘dat het er nu eenmaal bij hoort’ en ‘dat je voor dit vak een dikke huid moet hebben’. Je hoeft echt niet alles te accepteren. Bedenk daarnaast ook dat het wel leuk moet blijven om in de raad te zitten. Grenzen stellen helpt zodat je je kunt focussen op zaken die echt belangrijk zijn. Wat daaraan verder bijdraagt is misschien wel het allerbelangrijkste: maak het gezamenlijk. Agressie en intimidatie zijn een collectief probleem en de omgang ermee is een collectieve verantwoordelijkheid: kom je aan één raadslid, dan kom je aan de hele raad. En last but not least: meld het bij de burgemeester of griffier wanneer je iets naars meemaakt. Zij zijn er om het college en de raadsleden te beschermen.”

Wat is eigenlijk je afdronk na al die sessies die je (mede) hebt verzorgd?

“Dat het onderwerp weerbaarheid overal een boost krijgt zodra wij zijn langs geweest. Je ziet dat na onze sessie de drempel om het hier over te hebben weg lijkt. Incidenten komen sneller op tafel en worden eerder gemeld. In de meeste gevallen gaan gemeenten na onze sessie ook meteen aan de slag met een agressieprotocol.”

Is er na de weerbaarheidssessie eigenlijk nog iets van een follow up?

“Op verzoek zijn we samen met BZK beschikbaar om te klankborden over de vervolgaanpak. We kunnen bijvoorbeeld meedenken over een agressieprotocol, een strategie voor social media of de (her)inrichting van de raadszaal zodat raadsleden zich comfortabel voelen ten opzichte van de publieke tribune. Een specifiek voorbeeld is de gemeente Dinkelland. Die heeft ons gevraagd terug te komen om mee te denken over het proces rond de komst van een AZC en het verkleinen van risico’s daarbij.”

Naast de gemeenten heeft de Tour ook provincies aangedaan. Komen waterschappen ook nog aan de beurt?

“Jazeker. In samenwerking met onder meer Waterschap Zuiderzeeland en Waterschap Hunze en Aa’s wordt een maatwerkprogramma ontwikkeld waarmee we vervolgens alle waterschappen in Nederland willen gaan bezoeken.”

Wat is jouw toekomstbeeld van de Tour en van het onderwerp weerbaarheid?

“Op dit moment wordt dit onderwerp vooral vanuit het Rijk aangestuurd en het ministerie van BZK stelt daarbij geld en kennis beschikbaar. Ik zou ervoor willen pleiten om de regie op enig moment te beleggen bij de provincies. Op dat niveau zouden financiën én menskracht moeten worden vrijgemaakt. Een goed voorbeeld in dat kader is de provincie Utrecht waar dit onderwerp nu al is belegd bij een medewerker (Alma Broekmaat, red. Zie ook ‘Provinciebrede norm motor voor goede samenwerking’ | Netwerk Weerbaar Bestuur). Veel provincies hebben overigens al een eigen provinciale weerbaarheidsnorm of werken daaraan. Mijn stip aan de horizon is het jaar 2030. Ik hoop dat dit onderwerp dan volledig bij de provincies is geland, met de nodige regionale structuren.”

En de Tour?

“Wanneer daar nog behoefte aan is, zou ik me kunnen voorstellen dat er sessies worden georganiseerd vanuit de provincie en dat het Rijk een stap terug doet.”

Een overzichtelijke infographic geeft voor verschillende fasen (preventie, reactie en nazorg) inzicht in de verschillende instrumenten en diensten die het Netwerk Weerbaar Bestuur biedt. De infographic is bedoeld voor bestuurders, volksvertegenwoordigers en de ambtelijke organisatie.