Van stalkers, boze inwoners aan de deur tot bedreigingen. Pieter Verhoeve heeft als burgemeester van Gouda al heel wat meegemaakt. Maar niet alleen politieke ambtsdragers hebben ermee te maken. Het zijn de mensen op straat en achter de balies waar hij zich vooral zorgen om maakt. “Zij zijn als eerste de dupe bij maatschappelijk onrust.”
Sinds het wegvallen van het rijksbrede programma Veilige Publieke Taak, aangejaagd door het ministerie van BZK is er namelijk veel minder aandacht voor hen, stelt Verhoeve. “Dit programma was misschien niet dé oplossing voor alle problemen, maar het werkte wel. Er werd kennis ontwikkeld, die plek kreeg in een kennisbank, en er werden protocollen opgezet. De ene burgemeester sprak de andere burgemeester erop aan of deze al een agressie- of meldprotocol had. Bovenal had het de functie dat het liet zien dat of je nu aan de balie werkt, raadslid bent of boa: het programma Veilige Publieke Taak staat achter je.”
Incidenten nemen niet af
In 2016 werd het programma afgeschaald. De gedachte heerste dat werkgevers met goed werkgeverschap zelf laten zien dat ze achter hun werknemers staan en dat ze zelf het nut en de noodzaak wel zouden voelen van een agressie- of meldprotocol. Maar dat werkt zo niet, stelt Verhoeve. “Het werd belegd in de verantwoordelijkheid van de werkgever, op grond van de Arbo wet. De werkgever is verantwoordelijk voor een veilige werkomgeving. Maar de ene werkgever spant zich er meer voor in dan de ander. Gevolg was dat er voor het thema agressie en geweld minder aandacht kwam, en toen moest corona nog komen.”
Het aantal incidenten van fysiek en verbaal geweld jegens publieke ambtsdragers is sinds 2016 niet afgenomen. Sterker nog, bij de politie, is dat aantal de afgelopen drie jaar stabiel hoog gebleven: 13.000 incidenten per jaar. We vermoeden dat dit ook geldt voor hulpverleners, boa’s en ambtenaren achter de balie maar duidelijke landelijke meldingscijfers, zoals bij de politie, zijn er niet.”
Signaal richting samenleving
Idealiter melden medewerkers bij agressie en geweld het eerst bij hun werkgever, om daarna het gesprek aan te gaan over het verdere proces van zorg en nazorg. Vervolgens kan de medewerker aangifte doen bij de politie onder de code VPT (Veilige publieke taak), waartoe de mogelijkheid tot 200 procent straf geldt. “Maar lang niet iedereen doet aangifte, of wordt daartoe gestimuleerd door de werkgever, gaat Verhoeve verder. “Ondanks de mogelijkheid om bij geweld tegen publieke ambtsdragers een 200 procent zwaardere straf uit te delen”
Die strafeis noemt Verhoeve een signaal richting samenleving dat we trots moeten zijn op de mensen in de publieke zaak. “We vinden het niet normaal dat ze op deze wijze worden bejegend. Uit onderzoek in Groningen bleek dat een op de tien vuilnismannen wordt geslagen, getrapt of achterna gezeten. Dat is toch niet normaal? Juist de mensen op straat, en aan de balies, zijn als eerste de dupe met de maatschappelijke onrust. Ook ik als burgemeester heb ermee te maken dat ik af en toe aangifte moet doen tegen stalking of belediging, maar de mensen op straat of aan de balies zijn als eerste aan de beurt als de samenleving chagrijnig is.”
Taskforce 'Onze Hulpverleners Veilig'
Een dieptepunt noemt Verhoeve in 2019 toen agent Gert-Jan de Jonge knock-out werd geslagen met een paal omdat hij een overlastgevende familie aansprak op hun toetergedrag bij een bruiloftsstoet. Het leidde tot veel commotie, ook in de Tweede Kamer. Toenmalig minister Grapperhaus besloot het actieprogramma Taskforce 'Onze Hulpverleners Veilig' in te stellen om geweld tegens hulpverleners tegen te gaan. De politie, de gemeenten als werkgever van de boa’s, de brandweer, het ministerie Justitie en Veiligheid, het OM en wetenschappers werken hierin samen.
Sinds twee jaar is Verhoeve voorzitter van de Taskforce. “Voor politieke ambtsdragers is er geld voor harde beveiliging wanneer ze risico lopen in hun werk voor de rechtstaat, dankzij programma’s als Weerbaar Bestuur. Voor andere sectoren en departementen die ook veel mensen op straat hebben lopen is dat er niet. Denk aan de zorg, de GGZ, de spoedafdeling in het ziekenhuis. Wij leven in een super welvarende rechtstaat, maar bijna alle vitale beroepen, inclusief journalisten, hebben krappe cao’s. Vervolgens is er geen Rijksprogramma meer om hen te trainen en te beschermen tegen agressie van burgers. Ik vind daar wat van. Elie Wiesel, overlevende van Auschwitz, zei ooit: ik strijd tegen onverschilligheid. Laat dit ons als Nederland wel verschillig zijn. Laten we er in ieder geval over praten dat het niet normaal is dat je als politieagent wordt uitgescholden voor hoer, dat je in je gezicht wordt gespuugd als boa, dat het schandalig is dat je als vuilnisman wordt geschopt in Groningen.”
Aangifte doen
In elf jaar tijd heeft Verhoeve als burgemeester zelf een aantal aangiftes gedaan. De grens voor hem is wanneer hij privé wordt geraakt. “Ze mogen jou voor rotte vis uitmaken, maar niet in je privésfeer komen of in de buurt van je kinderen. Dat kan gewoon niet.” Hij raadt het andere politieke ambtsdragers aan om ook aangifte te doen bij agressie en geweld. “Het eerlijke verhaal is dat het niet altijd leuk is. Soms komt er juist weer extra publiciteit uit voort. En toch doen we het wel, omdat we trots zijn op een robuuste publieke zaak die zich niet laten ringeloren door enkelingen.”
Dat mensen zich soms zo laten gaan tegenover de overheid, komt volgens Verhoeve door een onderstroom in de samenleving. “Er is een stuk woede en agressie, deels veroorzaakt door de overheid zelf. Toch is 95 procent van de inwoners helemaal niet uit op agressie en geweld, ook al zijn ze soms best wel getergd en geraakt door overheidsbeleid, dat ze niet snappen. De groep mensen die echt overgaat tot geweld is gelukkig maar een fractie.”
De grens tussen betrokkenheid en nieuwsgierigheid is dun, net als tussen goed burgerschap en zelf gericht gedrag, gaat hij verder. “De meeste mensen willen deugen, maar het lukt niet iedereen altijd. Het lijkt ook wel echt een Nederlands probleem. Ik denk dat je in Engeland of Duitsland niet hetzelfde zou doen tegen een geüniformeerd persoon als hoe wij ons in Nederland soms gedragen. Nederland is helaas Europees Kampioen daar waar het gaat om agressie en geweld jegens overheidspersoneel. Kennelijk is er over de grens minder snel de neiging om zich onbeschoft te gedragen jegens onze ‘straatwerkers’. Natuurlijk is het onze collectieve mentaliteit dat we overal over mee willen praten. Dat gebeurt in ons land al sinds de late middeleeuwen en heeft veel opgeleverd, zoals ideeënrijkdom en vrijheid van meningsuiting. Het kan tegelijk tolerant en verdraagzaam zijn, maar ook meedogenloos scherp en onbeschoft naar het gezag. Dat laatste lijkt alleen maar toe te nemen.”
Het is een zaak van lange adem om daar verandering in te brengen, gaat Verhoeve verder. Helpen al die Taskforces en programma’s dan wel? De burgemeester is er van overtuigd. “Ik geloof in een langjarig programma waarbij ons rijk als systeemverantwoordelijke aandacht vraagt voor dit urgente thema. Het heeft zin en effect dat je agendeert en kennis ontwikkelt over hoe je omgaat met agressie en geweld. Door het erover te hebben met elkaar werken we de normalisering van hufterigheid tegen. Op die manier kunnen we een omslag in de samenleving maken, in ons collectief denken. Daar geloof ik echt in. Kijk maar hoe we in een paar jaar tijd we heel anders zijn gaan denken over de kleur van Piet bij het Sinterklaasfeest, hoe de maatschappelijke acceptatie van vuurwerk enorm verandert en hoe we met veel meer zelfreflectie en subtiliteit praten over ons koloniale verleden. Waarom zou dat niet kunnen voor meer respectvol omgaan met mensen in de publieke sector?”