Vanwege het 5-jarig bestaan van het Netwerk Weerbaar Bestuur blikken een paar netwerkpartners terug en vooruit. Welke mijlpalen hebben we samen bereikt, en wat zijn de uitdagingen voor de toekomst? Deze keer aan het woord: Patrick van den Brink, directeur van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (het CCV).
Wat is de rol van jouw organisatie binnen het Netwerk Weerbaar Bestuur?
“Het CCV is vanaf het begin betrokken bij het Netwerk Weerbaar Bestuur. We zijn ongeveer 20 jaar geleden opgericht om publiek-private samenwerking vorm en inhoud te geven als het gaat om veiligheid, openbare orde en het tegengaan van criminaliteit. We doen onder andere woningscans voor politieke ambtsdragers, om mogelijke veiligheidsrisico’s in kaart te brengen. Zelf ben ik actief geweest in lokaal bestuur. Ik ben fractielid geweest, raadslid, wethouder en uiteindelijk burgemeester van IJsselstein. Ik zit ook in de peer group van het Ondersteuningsteam Weerbaar Bestuur als vertrouwenspersoon waar collega’s een luisterend oor bij kunnen vinden.”
Wat is je het meeste bijgebleven uit de samenwerking tot dusver?
“De gedrevenheid van alle deelnemende partijen om samen een signaal af te geven dat intimidatie en bedreiging van politieke ambtsdragers niet kan en moet stoppen. Er is geen victim blaming, het gaat echt om degene die geïntimideerd is. Je ziet vooral veel verharding via sociale media. Helaas is het zo dat sommige mensen daarom het openbaar bestuur niet meer in willen, of het vroegtijdig verlaten. Het is belangrijk om dat bespreekbaar te maken, want het kan niet zo zijn dat de mensen met de breedste schouders of gemeenste hond hun zin krijgen. Met intimidatie en bedreiging leg je de bijl aan de wortel van ons democratisch rechtsstelsel. Dat is iets dat mij motiveert om mensen nog steeds enthousiast te maken voor de politiek.”
Op welke dingen die het netwerk heeft bereikt ben je trots?
“Er is tegenwoordig meer consensus dat intimidatie en bedreiging niet normaal zijn. Het is nog niet zo lang geleden dat ik sommige burgemeesters hoorde zeggen dat je tegen een stootje moet kunnen. Dat ‘Daar moet je je niks van aantrekken’ laten we gelukkig achter ons. Als één van ons onder druk komt te staan, dan moeten de gelederen gesloten worden. Zie een aanval, ook op een politieke tegenstander als een aanval op iedereen, dus ook op jou en het systeem waar je voor staat. Dat staat nu veel prominenter op de agenda dan vroeger.“
Wat zou je nog meer willen bereiken met de samenwerking van het netwerk?
“Dat ons bereik groter wordt en dat de regels en wat wij als netwerk kunnen bieden nog bekender worden. Als we bekender worden, dragen de mensen die we spreken meer kennis met zich mee over hoe je het beste om kunt gaan met intimidatie en bedreiging. Zo krijgen we hopelijk ook meer begrip voor elkaar en leggen we het niet alleen langs de juridische lat. Het gaat namelijk ook om hoe iets overkomt. Als je als burgemeester gaat slapen, en je krijgt een appje met ‘Welterusten burgemeester’, houdt iemand dus in de gaten wanneer jij thuis het licht uit doet. Strikt genomen is er dan geen strafbaar feit gepleegd, maar het komt wel heel intimiderend over.”
Welke uitdagingen zie je voor de komende vijf jaar?
“Ik hoop dat alle partijen in het netwerk actief blijven meedoen, en dat we de energie kunnen vasthouden en vergroten. Daarvoor is het belangrijk dat we aan tafel zitten met mensen met een mandaat om hun organisatie te kunnen binden. Verder zie je ook dat intimidatie steeds meer gebeurt met op zich legale middelen. Een wethouder wordt bijvoorbeeld aangeklaagd als privépersoon omdat iemand het niet eens is met een besluit of er wordt beslag gelegd op je bankrekening. Je wordt vervolgens gebeld door jepartner met de vraag waarom de pinpas het niet doet. Dat is heel heftig.. We moeten duidelijk blijven maken dat intimidatie en bedreiging niets opleveren. Zoals Jos Wienen ooit zei: ‘Als ik er niet ben, is iemand anders de burgemeester.' De functie is een constante. Iedere volksvertegenwoordiger en openbaar bestuurder moet zonder last zijn of haar werk kunnen doen. Dat staat zo in de grondwet. Intimidatie en bedreiging staan hiermee op gespannen voet. Dat mogen we nooit normaal gaan vinden."