‘Hoe meer verhalen naar buiten komen, hoe meer we inzien dat agressie niet normaal is’

Burgemeesters die te maken hebben met agressie of bedreigingen kunnen terecht bij het Ondersteuningsteam Weerbaar Bestuur, waar directeur Hilde Westera en bestuurlijk adviseur Joost Keemink-Haane van het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (NGB) voor ze klaarstaan. Zij inventariseren of er knelpunten zijn, bieden een luisterend oor en zetten, indien nodig, andere burgemeesters in ter ondersteuning.

Hilde Westera

Westera is namens het NGB coördinator van het Ondersteuningsteam, dat elke maand vergadert. Het Genootschap is dan ook portefeuillehouder, beheert de subsidie en is penvoerder richting het ministerie van BZK. Keemink-Haane is uitvoerend lid van het Ondersteuningsteam. “Op het moment dat er een bedreigde burgemeester is leg ik het eerste contact”, legt hij uit. “Dan hoor ik het verhaal aan, kijk wat er al is gedaan en waar nog behoefte aan is.”

Waarvoor kunnen burgemeesters terecht bij het Ondersteuningsteam? Keemink-Haane: “Een aantal processen gaan vanzelf lopen wanneer een burgemeester aangifte doet. Dan sluit de politie aan om onderzoek te doen. Een aantal burgemeesters bespreekt het in de eigen driehoek, bijvoorbeeld of er wel of geen veiligheidsmaatregelen worden ingezet. Wij komen vaak daarna. We kijken dus wat er al loopt, en waar de burgemeester tegenaan loopt. Onze rol zit dan ook vooral in nazorg en de begeleiding daarin.”
 

Peers

Tegenwoordig zet het Ondersteuningsteam vooral peers in, burgemeesters die hetzelfde hebben meegemaakt en zich hebben aangemeld om anderen te ondersteunen. “Dat kan vanuit de eigen ervaring, zowel in praktische zin als wat het met je doet als persoon”, legt Keemink - Haane uit. “Als ervaringsdeskundige kun je daar net wat beter op inspelen dan wij vanuit het Ondersteuningsteam. We hebben ongeveer vijftien burgemeesters die als peers optreden, en twee CdK’s, die zowel voor burgemeesters als ook voor collega-CdKs kunnen worden ingezet.”

Het Ondersteuningsteam benadert vooral proactief burgemeesters, vertelt Westera. “De meeste voorvallen vinden wij in de media. Als we zien dat ergens iets is gebeurd benaderen we de burgemeesters actief. Het zijn meestal wel de heftige gevallen.” Maar natuurlijk gebeurt er ook veel wat de media niet haalt. Als je doorvraagt dan hebben bijna alle burgemeesters wel wat meegemaakt, gaat Westera verder. “Het percentage mensen die wat heeft meegemaakt is het hoogst vergeleken met andere doelgroepen, zoals raadsleden of wethouders. Dat is ook wel logisch aangezien burgemeesters relatief meer in the picture staan.”

Wat voor impact dat heeft, is te lezen in de nieuwe editie van het Burgemeestersblad, waarin burgemeesters in een serie interviews vertellen wat het met je doet als je wordt bedreigd. Zo vertelt burgemeester Jos Wienen van Haarlem over zijn tijd dat hij op een schuiladres moest wonen wegens bedreiging. Fred Veenstra van gemeente De Fryske Marren vertelt over hoe hij uiteindelijk betonblokken voor zijn deur kreeg als veiligheidsmaatregel en over hoe hij zijn eigen gedrag aanpaste door de bedreigingen, ook in zijn privéleven.

Startende burgemeesters

Tot nu toe heeft het Ondersteuningsteam zo’n tien tot vijftien burgemeesters per jaar ondersteund, schat Westera in. Sinds een half jaar is het Ondersteuningsteam gestart met een nieuwe aanpak om peers ook in te zetten om gesprekken aan te gaan met nieuwe burgemeesters. “Momenteel zijn er veel startende burgemeesters. Normaal zijn dat er elk jaar tussen de tien en twintig. Dit jaar zijn er na de gemeenteraadsverkiezingen meer dan dertig. We willen dat uiteindelijk elke startende burgemeester fysiek bezocht wordt door een peer, een collega-burgemeester. De eerste ontmoetingen hebben al plaatsgevonden. In die ontmoetingen leggen de peers uit wat het Ondersteuningsteam doet, waarvoor ze bij ons terechtkunnen. Dan weten ze wie ze kunnen bellen als er iets is. Tegelijk willen we de rol van de burgemeester benadrukken om dit onderwerp de aandacht te geven die het behoeft, in het college en de gemeenteraad.”

Daarnaast maakt het Ondersteuningsteam On Tour ook een ronde langs gemeenten, waar ze in gesprek gaat met gemeenteraden en colleges en hen trainingen geeft. “De tweeslag van gesprekken met peers en de trainingen vormt onze nieuwe insteek. Het gaat er niet om dat wij meer telefoontjes krijgen, maar dat mensen - als ze iets overkomt en ze behoefte hebben om er iemand over te spreken - de weg daarvoor vinden.”

Meldingen doen

Waar Westera en Keemink-Haane graag ook aandacht voor vragen is dat wanneer je als bestuurder een melding doet bij de politie, je anderen ook helpt. “Dat is belangrijk. Daar besteden we aandacht aan in het Burgemeestersblad, in de Tour en tijdens de bezoeken van de peers. Iedereen moet zich er bewust van worden dat het niet normaal is wanneer je wordt bedreigd. Hoe klein de bedreiging ook lijkt, als je iemand ermee weg laat komen, zal die het misschien een volgende keer veel makkelijker opnieuw en of ernstiger doen. Dat bewustzijn proberen we met ons werk in het Ondersteuningsteam ook aan te wakkeren.”

Want als burgemeester heb je immers ook een voorbeeldrol, gaat Westera verder. “Als jij zegt ‘het hoort er een beetje bij’, of ‘het doet me niks’, of ‘ik heb een dikke huid’, dan geef je een norm af, die we juist niet willen. De collectieve norm moet juist zijn dat dit niet acceptabel is. Het is daarvoor heel belangrijk dat je openheid creëert en daar kan een burgemeester een belangrijke rol in spelen. Ook door zelf naar buiten te treden als hem of haar wat is overkomen.”

De directeur van het NGB heeft wel het gevoel dat de cultuur aan het veranderen is. “Steeds meer burgemeesters hebben het besef dat het niet normaal is, dat je het niet moet accepteren en er iets mee moet. Ook door de diverse incidenten waar de laatste jaren aandacht voor is met Sigrid Kaag en Sharon Dijksma. Het is normaler om er over te spreken. Het is niet meer stoer om te zeggen dat agressie er nu eenmaal bij hoort. Dan zeg je dat anderen het ook maar normaal moeten vinden.”

Keemink – Haane gaat verder: “Daarom is het zo belangrijk dat deze verhalen er zijn, dat je je erover uitspreekt en laat zien dat je je kwetsbaar kunt opstellen. Het is helemaal niet erg dat je als burgemeester aangeeft dat het wat met je doet, dat je laat zien wat de impact is van zo’n bedreiging, ook op de naaste omgeving, zoals je partner en kinderen. Hoe meer verhalen naar buiten komen, hoe meer mensen zich uitspreken, hoe meer het anderen laat inzien dat dit niet normaal is en we het niet accepteren.”

Het Ondersteuningsteam Weerbaar Bestuur is nu in haar vierde jaar. De eerste drie jaar waren vooral gericht op de oprichting en op nazorg bij incidenten. Nu gaat de focus meer op preventie, vertelt Westera. “Ik vind het mooi dat dit nu inderdaad van de grond lijkt te komen, met de On Tour bijeenkomsten met gemeenteraden en colleges. Die zijn heel concreet. Sommige burgemeesters denken in eerste instantie dat het bij hen in de gemeente allemaal niet zo erg is. En dan komen op zo’n avond er allemaal verhalen los en is men verrast hoeveel er speelt. Het is goed dat deze gesprekken worden gevoerd en er belangstelling voor is. Het moet nog meer gaan rollen natuurlijk, maar ik vind het goed om te zien dat er zoveel belangstelling voor is.”